Verplichtingen blijken tegemoetkomingen

Corporatie speel geen Sinterklaas

Verplichtingen blijken tegemoetkomingen

Is een corporatie verplicht haar huurders vergoedingen te geven bij renovatie of herstructurering?In hoeverre is een corporatie verplicht brieven en contracten te vertalen voor anderstaligen? Dit zijn twee vragen die ik vaak krijg bij trainingen en waarop ik in dit blog een antwoord geef.

Hoe zit het met vergoedingen? Zonder het te weten spelen corporaties vaak voor Sinterklaas. Er is namelijk maar één wettelijke vergoeding die de corporatie moet betalen in geval van sloop of renovatie en dat zijn verhuiskosten. Bij herstructurering is de verhuiskostenvergoeding verplicht en ook bij renovatie, maar alleen als de huurder als gevolg daarvan moeten verhuizen. Verder zijn er geen wettelijk verplichte vergoedingen die een corporatie moet uitkeren. Huurders denken vaak dat – als er iets wordt gedaan aan de woning – ze recht hebben op onkosten- of overlastvergoedingen. Maar dat is dus niet zo.

Het kan wel zo zijn dat er afspraken worden gemaakt tussen een huurdersvertegenwoordiging en de corporatie om een bepaalde ongeriefvergoeding aan bewoners te geven voor een renovatieproject. Dit kan bijvoorbeeld zijn €50,- per dag dat er in een woning wordt gewerkt. Als er afspraken zijn gemaakt in een sociaal plan of in kaderafspraken, dan is de corporatie daar natuurlijk aan gehouden. Maar zijn er geen afspraken, dan is er ook geen verplichting voor de corporatie en dus ook geen recht waar een huurder zich op kan beroepen.

Taal

Wij communiceren in het Nederlands. Een open deur. Toch begrijpt niet iedereen onze boodschap, domweg omdat niet iedereen het Nederlands machtig is. Wij zijn niet verplicht onze communicatie met de bewoners te vertalen. Mensen moeten daarom zelf regelen dat ze onze brieven snappen. Bovendien gaat het soms om juridische teksten (huurovereenkomst, instemmingsformulier of een sociaal plan) en bij een vertaling kan dan zomaar de betekenis veranderen. Soms sturen corporaties standaard hun brieven in het Nederlands en Engels. Wat ik vaker zie gebeuren is dat er bovenaan de brief staat ‘dit is een belangrijke brief, laat het vertalen in de taal die je begrijpt’. Die zin wordt dan wel in meerdere talen geschreven.

Wat wij in de praktijk vaker doen is samenwerken met de beschikbare tolken. Bij een bewonersavond kan er een tolk bij zijn. Je hebt ook apps en tolkentelefoons die ook weleens worden ingezet. Of wanneer ik een afspraak heb met een huurder, zorg ik ervoor dat er iemand bij is – buurtbewoner, familielid of een vriend – die als tolk optreedt. Zo komen we er meestal wel uit. Het blijft echter altijd de verantwoordelijkheid van de huurder om het te snappen.

Als ik bij bewoners op bezoek ga, kijk ik in de voorbereiding of ze anderstalig zijn. Ik maak dan weleens gebruik van een tolkentelefoon of ik wijs hen op een ‘translate-app’. Ik ben dan best meegaand en de vraag is dan steeds wanneer het goed genoeg is. We hebben het tenslotte ook over ‘zelfredzaamheid’, terwijl ik in de praktijk zie dat er altijd een aantal mensen is dat niet zelfredzaam is. Best veel mensen eigenlijk. Dan moet je ergens een grens trekken bij hoever je gaat in je hulp- en dienstverlening. De ondergrens is duidelijk bij wat je móet doen (corporatie communiceert in het Nederlands en bewoner moet zelf regelen dat hij dat begrijpt) en daarboven doe je je best om voldoende vertrouwen te winnen van de bewoner om zijn handtekening te zetten. Dus tussen wat moet en wat mogelijk is, zoek ik de beste weg.

We doen al meer dan we verplicht zijn te doen. Ik vind dat je ook iets mag verwachten van iemand die al vele jaren in Nederland woont. Een corporatie verricht inspanningen en doet investeringen om boodschap over te brengen. Waar blijft de inspanning van de huurder?