Mijn werk is te vaak bedreigend …

time out

Mijn werk is te vaak bedreigend …

Omgaan met mensen die verward of agressief gedrag vertonen. Daar heb ik op mijn werk als bewonersconsulent mee te maken. Hoe ik dat doe? Al doende leer ik. Bovendien had ik daar onlangs een training in, verzorgd door Kiem Trainingen.

Ik moest een gesprek aangaan met trainingsacteurs die allerlei verschillende gedragingen vertonen en situaties creëren. Eerst moet je dan vaststellen met wat voor gedrag je te maken hebt. Is het iemand die dementiegedrag vertoont, schizofreen of autistisch is? Zo hebben we met zes verschillende ‘labels’ kennisgemaakt.

Afgelopen week kwam ik iemand in de praktijk tegen die ik direct zo’n label kon opplakken: een autist. Heel erg gehecht aan structuur. De man had uit een eerdere planning begrepen dat de steigers links van zijn woning zouden staan. Ze stonden echter rechts. Normaal niet zo’n punt, maar uitgerekend bij hem natuurlijk wel. Toen ik binnen was en dacht inhoudelijk van wal te steken, werd ik op de feiten gedrukt. De man was van slag, want het werk ging even anders dan hij had verwacht. Als je dat herkent en snapt dat je daar aandacht aan moet besteden, dan verloopt het contact veel soepeler. Het kwartje viel gelukkig snel en ik begreep dat ik rustig aandacht moest besteden aan de veranderde omstandigheden. Dat vond de man lastig en dat benoemde ik. Vervolgens kon ik het gesprek voeren, waar ik voor gekomen was. Zo zijn er tegenwoordig allerlei gedragingen die je moet herkennen.

Op zo’n training hoor ik verschillende verhalen van collega’s over intimiderend gedrag van bewoners jegens de bewonersconsulenten. Niet alleen bij deze training, maar ook tijdens de trainingen die ik verzorg hoor ik soortgelijke verhalen. Van uitgescholden worden tot zelfs bespuugd worden, wat in coronatijd een extra dimensie heeft. Behoorlijk beangstigend. Het hoort bij ons werk, zeggen we dan. Eigenlijk is dat te gek voor woorden. Ik kan er slecht aan wennen. Het greep mij onlangs zelfs flink aan. We zitten eigenlijk op de stoel van zowel een maatschappelijk werker, een psychiater als een zorginstelling. Aan de andere kant doet bijna geen van mijn collega-consulenten melding bij hun werkgever over dit bespuugd of uitgescholden worden. We vinden het ondertussen ‘gewoon’, terwijl het natuurlijk idioot is.

Oké, er zijn protocollen voor om aangifte van een onveilige situatie te doen bij je werkgever. Maar het wordt niet meer gezien, lijkt het wel. Er wordt ook niks meer aan gedaan. Tegelijkertijd merken we dat het óns allemaal wél wat doet.

Ik vraag me weleens af waarom die mensen zo agressief doen. Los van dat wij ze in een stressvolle situatie brengen door sloop of renovatie van hun woning in het vooruitzicht te stellen, vind ik agressief gedrag per definitie onbegrijpelijk en onaanvaardbaar. Ik zou zelf niet iemand in het gezicht spuwen of uitschelden die mij komt vertellen dat m’n huis wordt gerenoveerd. Maar mensen die psychisch iets mankeren reageren vaak heftiger. Misschien horen die mensen niet allemaal op zichzelf te wonen. Toch wonen ze in een sociale huurwoning. Ons werk is daardoor heftiger geworden en het grijpt ons ook aan. In het boek ‘Agressieparadijs’ van Caroline Koetsenruijter kunnen we lezen dat agressie organisaties veel geld kosten. De medewerker die ermee te maken krijgt, moet misschien een half uur bijkomen, of erger, valt uit. Moeten wij dus gewoon allemaal maar tegen een stootje kunnen, of moeten we dit probleem adresseren? Er zou in ieder geval wat meer waardering moeten zijn voor ons werk. En bij deze doe ik een dikke shout out naar mijn collega’s!

En het is eigenlijk ook te gek voor woorden dat wij ons als een halve psycholoog moeten scholen. Ik begeleid een renovatie, of een herstructureringsproject– ik werk niet in een zorginstelling – en ik heb steeds vaker te maken met agressief en niet ‘normaal’ gedrag (ik houd het maar netjes …).

Misschien is het een oplossing als er meer samenwerking zou zijn tussen gemeenten, zorginstellingen en woningcorporaties. Een corporatie verhuurt een woning, maar de rol van de corporatie gaat steeds verder. Ik heb collega’s die ook in het weekend naar bewoners toegaan om te helpen verhuizen of om hen terug te brengen naar hun tijdelijke logeerwoning, omdat ze, totaal verward, naar hun oude woning zijn gelopen waar de verwarming het niet doet en waar ze dan verkleumd verward zitten te wezen. En dan heb ik het nog niet eens over gevaarlijke situaties.

Kortom, ons werk gaat veel verder dan bewonerscommunicatie en is te vaak bedreigend geworden. Het is heel fijn als je daar ’s avonds thuis uit kan stappen en niet in dezelfde omgeving zit. Maar het zit wel in je hoofd en op een gegeven moment in je systeem. Hoelang blijven mijn collega’s dit werk nog doen?