19 okt Behalve een helm, ook een kogelvrij vest graag!
Dat mijn werk niet zonder gevaar is, is mij afgelopen week weer eens duidelijk geworden. Onlangs ben ik gestart met een tweetal projecten in Amsterdam, de wereldstad van de lage landen. Dat deze stad anders is dan andere plaatsen in Nederland, lijkt me duidelijk. In elk geval heb ik het al aan den lijve ondervonden. Mijn nieuwe collega’s daar vertellen soms met droge ogen de meest verschrikkelijke verhalen. Het zou me niet verbazen als ik na verloop van tijd over absurde criminaliteit praat alsof het in mijn praktijk aan de orde van de dag is. Het valt te controleren, want wat ik afgelopen week heb meegemaakt vind ik op dit moment nog te gek voor woorden. Kijken hoe ik hier over een jaar over denk …
Mijn collega vertelde van een ‘ripdeal’ in de wijk en over criminele bendes die zo nu en dan iets hebben af te rekenen in de omgeving. Bij een ‘ripdeal’ gaat het om een drugstransactie waarbij de ene partij wordt beroofd door de andere. Ik leg het maar even uit, want ik vermoed dat niet iedereen dit jargon onder de knie heeft. We hebben het dan niet over ondeugende jochies, maar over zware jongens die je niet graag tegen het lijf loopt.
De afrekening van die ripdeal had plaatsgevonden in een woning van een van mijn nieuwe projecten in Amsterdam. Die woning was dus, nou ja … doorzeefd met kogels. Niet zomaar van een klein, onschuldig wapen (voor zover die bestaan; ik merk dat ik er nog niets van weet), maar van eentje van een volwassen kaliber. Dit soort taferelen ken ik alleen van CSI op televisie. De van kogels doorzeefde woning was van iemand die er natuurlijk mee te maken had, maar erboven woont een vriendelijke vrouw met twee kinderen die part noch deel heeft aan de criminele wereld in de hoofdstad. Ik vind dit nogal heftig. Ik wil niet direct zeggen dat dit aan de orde van de dag is, maar het gebeurt wel in Amsterdam.
Wij, mijn collega’s en ik, zitten dan met twee uitdagingen: de woningen moeten worden opgeknapt, want er zit schade aan. De kogelgaten moeten, nadat de recherche uitgebreid speurwerk heeft gedaan, worden weggewerkt. De mensen die ernaast wonen en er niets mee te maken hebben zijn zich natuurlijk een ongeluk geschrokken. Daar moeten we ook wat mee. Dit is dan mijn ‘every day job’. Dit hoort gewoon bij mijn werk. Sterker dit was mijn eerste dag bij een nieuw project. Wen er maar aan… En op dag twee kwam ik in Amsterdam aan en kreeg ik te horen dat ik weer naar huis kon vanwege een coronabesmetting. Welkom in code rood! Kortom ik heb afgelopen week ook nog een corona-sneltest gedaan. Gelukkig kan ik hier nu hardop zeggen dat ik NEGATIEF ben getest. Evengoed blijft het oppassen. Ik kom per definitie in contact met mensen door de gesprekken die ik ter plekke heb, terwijl de regering ons oproept zoveel mogelijk thuis te werken. Onze ruimte op locatie waar we spreekuur hebben voor bewoners is heel ruim – coronaproof dus – opgezet. Bovendien hangt er een ‘spatscherm’, respecteren we de anderhalve meter en wassen we onze handen stuk, zoals de premier ons voorschrijft. Besmettingsgevaar loop ik dus niet in mijn ogen.
Het was, kortom, een enerverende week waarin ik het voor mijn kiezen kreeg. Een helm was ik gewend te dragen, maar een kogelvrij vest niet. Ik ga overal op bezoek. Soms samen, maar meestal alleen. Daarom check ik ook vaak de ‘sociale kaart’, zodat ik enigszins weet bij wie ik aanbel. Het is best handig als je vooraf weet of er dealers wonen en wapens in huis zijn. Het kan overigens ook loslopen. Ik ben ook weleens binnengestapt bij mensen bij wie ik achteraf zag dat er een waarschuwing op hun naam stond omdat ze als dealer of verslaafde bekend stonden en onverwacht konden reageren. Maar ik had met hen een leuk gesprek. Je weet het niet van tevoren.