Bevlogenheid is mooi en nodig

In wat ik doe, bewoners begeleiden bij renovaties, geef ik ook training: ‘Sociale Trajectbegeleiding’. Dat is een dagtraining en inmiddels bieden we ook een leergang aan van vier en een halve dag, waarin deelnemers onder andere een presentatie houden en uiteindelijk een diploma krijgen. Overigens doe ik dit voor Kjenning, de opleider van professionals in woningcorporatieland. Een paar weken terug was er zo’n diploma-uitreiking. Wat ik zo mooi vind is dat al deze mensen zo bevlogen zijn. Ze zijn oprecht betrokken bij bewoners. Ze kijken allemaal heel goed wat ze kunnen doen om een renovatie dragelijk te maken voor alle betrokkenen. Die bevlogenheid is ook hartstikke nodig. Bewoners begeleiden lijkt misschien makkelijker dan het is. Wij móeten zo nodig renoveren en daarom moeten wij maar wat doen ter compensatie van de overlast, is het argument. Het renovatiebudget van een woningcorporatie gaat echter vaak in z’n geheel op aan het werk dat moet worden gedaan. Er is over het algemeen geen geld over voor vergoedingen aan of riante logeerpartijen voor bewoners. Want soms denken huurders dat. Wel wordt altijd rekening gehouden met de kwetsbaarsten. Aan hen wordt dan – alleen gedurende de renovatie aan uitsluitend hun huis – vervangende woonruimte beschikbaar gesteld. Het is vaak een gepuzzel en niet iedereen is altijd tevreden. Maar ja, we zijn sociale woningbouw, en geen verzorgingshuis. Zo hoorde ik van een deelnemer aan m’n training over een bewoner met een duiventil. ‘Wat gaan jullie met mijn duiven doen’, was zijn vraag. Zo’n vraag gaat natuurlijk een beetje ver. Hoe wij zijn probleem gaan oplossen? Niet dus. Moet hij zelf doen…!

Er wordt een enorm beroep gedaan op het incasseringsvermogen van bewonersconsulenten en op hun creativiteit om problemen op te lossen. Er wordt vaak gemopperd op woningcorporaties, maar bewoners moesten eens weten hoezeer de woningconsulenten in hun maag zitten met bewoners die ziek en oud zijn en hun problemen waar een oplossing voor moet komen. Die bevlogenheid gaat echt heel ver.Aan de andere kant krijgen bewoners ook wat te verduren. Soms zijn woningen in een slechte staat omdat er lang wordt nagedacht over renovatie of sloop. In de tussentijd communiceert de woningbouwcorporatie daar niet of nauwelijks over, waardoor bewoners in onzekerheid verkeren. In de tussentijd gebeurt er weinig aan onderhoud. En áls het renovatieplan eindelijk doorgaat, bellen wij als bewonersconsulent bij de bewoner aan. Bewoners zijn op dat moment niet per se positief gestemd, to put it mildly. Hoewel er ook altijd mensen zijn die blij zijn dat er überhaupt wat gaat gebeuren.

Ondertussen loopt de huur gewoon door. Als de douche en het toilet in de woning niet meer beschikbaar is, wordt er voor douche- en toiletcabines gezorgd. Vaak zijn er op het terrein ook kookvoorzieningen of een ruimte om samen koffie te drinken. Dus voor alles wat niet meer in de woning mogelijk is, wordt een voorziening getroffen. Dat is niet comfortabel. Overlast is er zeker. Maar per woning zal de overlast beperkt blijven en niet echt lang duren.

Kortom, de bevlogenheid van de consulenten staat onder druk door terecht ontevreden bewoners enerzijds en door onterecht de hand overspelende bewoners anderzijds. Maar gelukkig voelt de meerderheid van de gesprekken als een warm bad. Dan is het fijn te merken dat de meeste bewoners dankbaar zijn voor wat er gebeurt en zéker voor de begeleiding die ze daarbij krijgen. En ik ben blij dat ik weer 11 vers gediplomeerde bewonersconsulenten heb afgeleverd die in deze sector aan het werk zijn.

Philippa Wadsworth